Zoals eerder aangegeven is de verwerking van bijzondere persoonsgegevens verboden, tenzij sprake is van een uitzonderingsgrond. De AVG formuleert voor de verwerking van bijzondere persoonsgegevens aparte uitzonderingsgronden, die dus anders zijn dan de grondslagen zoals genoemd in paragraaf 1.2 van het algemene deel.
De belangrijkste uitzonderingen voor het mogen verwerken van bijzondere persoonsgegevens zijn de volgende:
1) De uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene voor de verwerking van die persoonsgegevens voor duidelijk omschreven doeleinden. Er moet sprake zijn van een expliciete wilsuiting gericht op het geven van toestemming. Uit een enkele handeling kan in beginsel geen toestemming worden afgeleid, tenzij die handeling ‘ondubbelzinnig en actief is’. Zie in dit verband ook paragraaf 3.2 hierboven inzake het probleem met de toestemmingsgrond in de relatie werkgever-werknemer.
2) De verwerking is noodzakelijk met het oog op de uitvoering van verplichtingen en de uitoefening van specifieke rechten van de verwerkingsverantwoordelijke of de betrokkene op het gebied van het arbeidsrecht en het socialezekerheids- en socialebeschermingsrecht. Dit moet in een wettelijke regeling of in een CAO zijn vastgelegd.
Voorbeeld: het lidmaatschap van uw werknemers van een vakbond mag u niet registreren in de (personeels)administratie. Wél mag u de benodigde gegevens gebruiken voor de uitvoering van een recht van de werknemer op grond van de CAO. Het gegeven dat een werknemer lid is van een vakbond kan hierdoor terugkomen in bijvoorbeeld de loonadministratie. Die verwerking was immers noodzakelijk voor de uitvoering van het specifieke recht van uw werknemer.
3) De verwerking heeft betrekking op persoonsgegevens die kennelijk door de betrokkene openbaar zijn gemaakt. Er mag daarbij geen twijfel zijn dat de persoon zelf gehandeld heeft om het persoonsgegeven openbaar te maken.
4) De verwerking is noodzakelijk voor de instelling, uitoefening of onderbouwing van een rechtsvordering in het kader van gerechtelijke procedures. Een voorbeeld hiervan is het overleggen van een bewijsstuk aan de rechtbank.
5) De verwerking is noodzakelijk voor doeleinden van preventieve geneeskunde of arbeidsgeneeskunde, voor de beoordeling van de arbeidsgeschiktheid van de werknemer, medische diagnosen, het verstrekken van gezondheidszorg, sociale diensten of behandelingen, etc.
Het verbod op verwerking geldt volgens de laatstgenoemde uitzondering dus niet indien dit noodzakelijk is voor medische redenen, met name in verband met de arbeid. Een voorbeeld hiervan is het beoordelen van de arbeids(on)geschiktheid van de werknemer. De medische handelingen moeten wel zijn vastgelegd in een wettelijke regeling of voorvloeien uit een medische behandelovereenkomst. Bovendien mogen deze gegevens, als dat noodzakelijk is voor de genoemde medische doeleinden, alleen worden verwerkt door een beroepsbeoefenaar die aan een wettelijk beroepsgeheim is gebonden. Dit zijn bijvoorbeeld artsen en advocaten. Andere personen of instellingen mogen dit dus niet, tenzij natuurlijk sprake is van een andere geldige uitzondering op het verbod.
De werkgever mag alleen gegevens inzien die noodzakelijk zijn voor het begeleiden van het verzuim, zoals een telefoonnummer/verpleegadres waarop de werknemer bereikbaar is, de verzuimduur en lopende afspraken.